Onlangs overleed een oud collega.
Ze wilde nog even een huishoudelijk klusje gaan doen en poef, zo ineens overleden.
Schokkend voor velen om haar heen en intens droevig.
Dit soort verdrietige verhalen kent iedereen. En voor mijn gevoel naarmate ik ouder word, lijken ze steeds vaker voorbij en ook dichterbij te komen.
Het zou kunnen zorgen voor een gevoel van angst: wanneer ben ik aan de beurt? Of iemand in mijn directe omgeving?
Ik had het toen ik moeder werd. Vanaf dat moment was ik voor het eerst bang om dood te gaan. Voor die tijd niet. Mijn verantwoordelijkheid en zorg als moeder zorgde voor angst om te verdwijnen: “ik móet er tenminste 20 jaar zijn om ze groot te brengen..”
Kasper van der Meulen, leraar o.a. op het gebied van persoonlijk ontwikkeling en Adem, gebruikt De Dood als inspiratiebron. Dus waar hij vroeger dingen als een groot huis of een gelukkig leven als inspiratie had om naartoe te leven, laat hij zich nu inspireren door het simpele feit dat hij een keer doodgaat. En juist door de wetenschap dat hij niet weet wanneer dat is, dat kan elke dag zijn, leeft hij heel erg vanuit: ‘Haal ik alles uit mijn leven? Doe ik werkelijk de dingen die ik wil? Waar heb ik bij te sturen’?
Ik vind het een mooie inspiratie.
Net als een plotselinge crisis kan leiden tot dit inzicht.
Het zet je op scherp en geeft je de kans om echt zuiver naar jezelf en je levensreis te kijken.
Want als je zo dichtbij jezelf wordt gebracht en door ‘de ellende’ ook de Kans kan zien: dan heb je Goud in handen.
De Dood als inspiratiebron.
Ik gebruik ‘m nu om nog vaker bij mezelf in te checken met de vraag: ‘Doe ik wat werkelijk leuk vind, gaat mijn hart hier nog steeds van stromen?’
Zo nee: dan heb ik iets aan te gaan. Spannend, maar bevrijdend om de waarheid te volgen.
Zo ja, dan vervult het mij met gelukzaligheid en energie, volledig dankbaar voor waar ik op dit moment ben.